Brink Software wordt onderdeel van Aceve

“Als je ons vergelijkt met sommige andere steden, dan zijn wij misschien wat minder bezig met het maken van plannen en meer met de uitvoering”, vertelt Wouter Streefkerk. Als adviseur duurzaamheid en circulariteit werkt hij nauw samen met Tatiana in het team Duurzaamheidsadvies Rotterdam (DARO). “Het is een beetje een cliché, maar er zit wel een kern van waarheid in.”

“Pas als je erkent dat je een probleem hebt, kun je verbeteren.”

Stroomversnelling

Het voordeel van deze aanpakmentaliteit: Rotterdam heeft in relatief korte tijd flinke stappen kunnen zetten in verduurzaming. En als je het aan Wouter vraagt, dan werd dat ook tijd. Als beleidsmedewerker digitalisering en duurzaamheid maakt hij zich al jaren hard voor duurzaam bouwen. En de uitspraak van de wethouder bracht het één en ander in een stroomversnelling.

“Pas als je erkent dat je een probleem hebt, kun je verbeteren. Wat ze met die uitspraak bedoelde, was dat onze bouwambities niet verenigbaar waren met het CO2-beleid. Aan de ene kant hadden we plannen liggen om 2.500 woningen per jaar te bouwen. Tegelijkertijd moeten we ons houden aan de ambitie van Nederland om de CO2-uitstoot in 2030 te halveren en in 2050 terug te dringen met 95 procent. Als we door zouden gaan met bouwen zoals we tot een paar jaar geleden deden, dan zouden we al gauw tegen onze grenzen zijn aangelopen. En dat zou betekenen dat we niks meer zouden kunnen bouwen.”

Paris proof bouwen

De gemeente heeft inmiddels afspraken gemaakt met verschillende partijen, van architecten, investeerders tot ontwikkelaars en woningcorporaties. Wouter: “Rotterdam bouwt ‘Paris proof, tenzij’, volgens het principe comply or explain: je voldoet aan Paris proof, of je legt uit waarom het echt onmogelijk is en waar dat in zit, zodat we hieraan kunnen werken.” In de praktijk betekent dat veelal een noodzakelijke, drastische reductie van CO2-uitstoot ten aanzien energie en materiaal. “Dat hebben we nu vastgelegd in beleid: samen moeten we zorgen dat we kunnen gaan bouwen binnen de grens voordat we niet meer mogen bouwen.”

Tatiana is als adviseur duurzaamheid betrokken bij maar liefst 16 projecten. “We krijgen vragen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Welke materialen kunnen we toepassen om duurzamer te bouwen? Wat is ervoor nodig om bio-based te bouwen? Hoe kunnen we de biodiversiteit vergroten in gebiedsontwikkeling? Ook helpen we om de CO2-emissie tijdens bouwprojecten omlaag te krijgen.”

Daarnaast is Tatiana verantwoordelijk voor het monitoren van lopende projecten. “Ik zit dan elke twee maanden aan tafel met een ontwikkelaar om een reality check te doen: klopt de uitvoering nog steeds met wat we hebben afgesproken? In sommige projecten zitten clausules op het gebied van duurzaamheid, waarin we afspraken zwart op wit vastleggen.”

Duurzaam betekent niet duurder

Gesprekken met ontwikkelaars, architecten en aannemers zijn niet altijd eenvoudig, geeft Tatiana toe: “Rotterdam heeft nu eenmaal grote duurzaamheidsopgaves en neemt ook de landelijke opgaves serieus. We krijgen weleens te horen: ik voldoe al aan de landelijke emissie-eisen, waarom zijn jullie in Rotterdam nog strenger? Wat dan helpt, is dat we kunnen uitleggen dat duurzaam bouwen niet betekent dat een project duurder is of langer duurt. Dat is echt een misvatting. Zo wordt vaak gedacht dat traditioneel beton duurder is dan groen beton, maar die prijzen liggen inmiddels heel dicht bij elkaar.”

Wouter vult aan: “Als je een gebouw maakt met losmaakbare materialen, dan heb je aan het einde van de levensduur een hogere restwaarde. Je kunt de materialen namelijk weer inzetten voor andere projecten. Dat maakt deze vorm van duurzaam bouwen financieel aantrekkelijk.”

Duurzame keuzes maken is vaak een kwestie van afwegingen maken, aldus Tatiana: “Je kunt niet alles doen. Wij adviseren bij de keuze tussen verschillende duurzame ambities en oplossingen. Dat kan soms een keuze zijn tussen energieneutraal bouwen of een groen dak. Een andere keer is de afweging of je vooral sociale ambities in een project wilt realiseren of dat je juist inzet op biodiversiteit.”

“Duurzame keuzes maken is vaak een kwestie van afwegingen maken.”

Flexibele schil

Wouter en Tatiana werken dagelijks nauw samen aan adviestrajecten, met een flexibele schil van kennis en ervaring om hen heen. Wouter: “Tatiana is mijn directe sparringpartner, als ik iets op papier zet kan zij me aanvullen met nieuwe ideeën. Wat vooral goed werkt, is dat ze een heel team van Brink achter zich heeft staan met kennis en ervaring, die we kunnen inschakelen voor extra hulp of advies.”

Soms worden ook externe partners ingeschakeld. Samen met TU Delft is onderzoek gedaan naar circulaire hubs, om vrijgekomen bouwmaterialen beter hun weg te laten vinden naar leveranciers: “Een groep studenten heeft in kaart gebracht welke materialen er zoal vrijkomen bij bouwprojecten en vervolgens welke leveranciers hier mogelijk gebruik van kunnen maken”, vertelt Tatiana. “Dat was een mooie samenwerking, waarin we de kennis van de gemeente op het gebied van infrastructuren konden samenbrengen met de ervaring van Brink in het realiseren van circulaire hubs.”

“Als je vroeg meedenkt over duurzaamheid, kun je de meeste impact maken.”

Duurzaamheid zo vroeg mogelijk integreren

Wat zijn de belangrijkste lessen die de twee adviseurs hebben geleerd over duurzame bouw en gebiedsontwikkeling? “Hoe eerder je duurzaamheid in een project integreert, des te beter”, aldus Wouter. “Idealiter zijn we al betrokken met het opstellen van een gebiedsambitiedocument, dan is het eerste gesprek er over begonnen, dan zetten we de ambities op papier en voor de uitwerking naar de volgende fases als een masterplan, stedenbouwkundig plan, etc. Als je vroeg meedenkt over duurzaamheid, kun je de meeste impact maken.”

Tatiana pleit daarnaast voor een langeretermijnvisie op het gebied van duurzaamheid. “We zijn gewend geraakt aan wat ik ‘fastfood-vastgoed’ noem: bouwen voor twintig jaar. Dat is prima als het gaat om een pop-up-gebouw, want dat kun je daarna op een andere plek hergebruiken. Het gaat mij vooral om bouw met kwalitatief laagwaardige materialen die maar een paar decennia kan blijven staan. Wat dat betreft kunnen we iets leren van onze voorouders: 200 jaar geleden bouwden we nog met materialen die eeuwen mee konden.”

Bottlenecks

Volgens Tatiana zijn er nog wat bottlenecks die moeten worden weggehaald om duurzaam bouwen nog meer ‘mainstream’ te maken. “Het verbaast me dat er nog geen nationale marktplaats is voor circulaire bouwmaterialen. Er zijn steeds meer partijen die aan ‘urban mining’ doen, dus herbruikbare bouwmaterialen uit slooppanden halen, maar dat zijn vaak versnipperde initiatieven. Het zou enorm helpen als er een centrale plek is waar vraag en aanbod bij elkaar komt.”

Hoewel er nog een weg is te gaan, merken zowel Wouter als Tatiana binnen de gemeente Rotterdam een mentaliteitsverandering. Wouter: “Vijf jaar geleden kwam duurzaamheid nog even aan bod in de laatste pagina’s van een presentatie. Dat is echt wel veranderd. Vroeger vond een beperkt groepje het belangrijk, nu is duurzaamheid verankerd in al onze projecten.”

“Ik vind het vooral belangrijk dat mensen begrijpen dat elke kleine bijdrage telt”, vult Tatiana aan. “Er is een misverstand dat je alleen impact kunt maken met grote initiatieven. Dat is niet zo. Kijk naar de markt voor duurzame materialen: daarvoor is het juist belangrijk als er op veel plekken initiatieven ontstaan, zodat je een ecosysteem kunt gaan opzetten. Mijn credo: omarm de verandering, elke bijdrage telt echt mee.”