Verbind jij jouw expertise graag aan unieke uitdagingen in de bouw, infra en vastgoed?

Laat ik beginnen met de definitie van een campus, want daar was tijdens de bijeenkomst ook discussie over. Bij een campus denken veel mensen vooral aan een universiteitsterrein met woningen voor studenten. Dat is zeker ook een campus, maar de campus waar ik het nu over heb is een business campus. Een (voormalige) bedrijfs-/ of onderwijscampus waar een ‘anchor tenant’ R&D verricht. Waarop ook andere bedrijven zich kunnen vestigen en onderlinge wisselwerking en samenwerking op onderzoeksgebied actief wordt gestimuleerd.

Twee bekende campussen waar wij bij betrokken zijn:

  • High Tech Campus Eindhoven (daar kwam het initiatief oorspronkelijk van Philips)
  • Brightlands Chemelot Campus in Geleen (hier was DSM initiatiefnemer)

Campus versus bedrijventerrein

Zo’n business campus is echt anders dan een bedrijventerrein. Het is een ecosysteem waar het bedrijfsleven samen met kennisinstellingen en de overheid open innovatie tot doel heeft. Er ligt een heldere visie aan ten grondslag, wat ook maakt dat niet ieder bedrijf zich hier kan vestigen. Alleen bedrijven die passen in het concept, die geloven in het gezamenlijke doel en daaraan kunnen bijdragen komen hier samen.

Heldere visie onmisbaar

De basis voor de succesvolle ontwikkeling van een campus is absoluut en zonder twijfel een heldere visie. Wat is het doel van de campus, wat voor bedrijven passen daarbij, welke kennis is nodig om verder te komen en hoe kan dat vorm krijgen in samenwerking? De visie wordt uitgewerkt in een concept, op basis waarvan vervolgens de ontwikkeling kan plaatsvinden.
Zowel tijdens de ontwikkeling van de campus als tijdens de exploitatie, is een goed georganiseerde beheerorganisatie van cruciaal belang. Deze beheersorganisatie is gericht op 3 pijlers:

  • Acquisitie
  • Ontwikkeling
  • Programma

Acquisitie staat voor de juiste mix van gebruikers. Gebruikers die geloven in het innovatieconcept. Je hoort niet zomaar bij de club, je moet echt meerwaarde brengen voor de andere organisaties. Voor de ontwikkeling (pijler 2) is het cruciaal om diversiteit te bieden en gezamenlijke voorzieningen te exploiteren. Voor start-ups is investeren in een eigen lab bijvoorbeeld vaak niet haalbaar. Door gezamenlijke lab-voorzieningen aan te bieden, kun je interessante start-ups naar je campus trekken. Maar ook het stimuleren van ontmoeting is onmisbaar. Hoe verbind je partijen aan elkaar? Fysiek, maar ook programmatisch (pijler 3)?

Net als een wijk in de stad

High Tech Campus Eindhoven beschikt bijvoorbeeld over centrale voorzieningen waar mensen elkaar spontaan kunnen ontmoeten, de centrale strip. Brightlands Chemelot Campus heeft het Center Court. Daar bevinden zich het restaurant, gezamenlijke onderzoeksruimtes, vergaderzalen en congresfaciliteiten. Maar op beide campussen wordt ook flink gestuurd op het met regelmaat organiseren van interessante bijeenkomsten om ontmoeting te stimuleren.

Ik vergelijk het graag met een stad. Als je in een wijk als professional actief bent, heb je ook altijd een integrale aanpak. Je kijkt naar de benodigde voorzieningen, het onderhoud dat nodig is aan de woningen en eventuele nieuwbouwopgaves. Daarnaast stimuleer je sociale contacten om de wijk levendig te houden, waarbij te allen tijde de bewoners centraal staan.

Wat zijn succesfactoren?

Wat maakt nu dat het in Eindhoven en Geleen zo goed werkt? Allereerst is het in beide gevallen begonnen met een partij die sterk vertegenwoordigd is in een sector, Philips in Eindhoven en DSM in Geleen. Dergelijk leiderschap en financiële draagkracht is super belangrijk, maar vervolgens is het ook zaak dat daar snel partijen bij aanhaken. De kracht zit uiteindelijk in de verbreding. In de betrokkenheid van andere bedrijven, maar zeker ook kennisinstellingen en overheid (rijk, provincie of gemeente). Het is niet iets dat er zomaar staat, zo’n campus. Je hebt een lange adem nodig en dan is de betrokkenheid en het vertrouwen van de overheid en een kennisinstelling onmisbaar.

Wat deze campussen ook kenmerkt, is dat beide beschikken over een professionele organisatie die het concept doorontwikkelt en bewaakt. Zij organiseren de ontwikkeling en verhuur van de panden (en selectie van bedrijven die zich mogen vestigen), het beheer, de facilitaire diensten en zorgen dat er met regelmaat interessante bijeenkomsten worden georganiseerd. En dat laatste is naast de fysieke ontwikkeling van ontmoetingsplaatsen (de centrale strip in Eindhoven, het Center Court in Geleen) onmisbaar. Die verbinding tussen partijen gaat niet vanzelf, dat moet je organiseren.

Van start naar groei

De campussen in Eindhoven en Geleen zijn succesvol, maar houden ook nog flinke ambities. Zo lopen op de Brightlands Chemelot Campus (± 24 hectare) nu 1.700 kenniswerkers en 650 studenten rond van ongeveer 80 daar gevestigde bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen. De campus wil in 2023 doorgegroeid zijn naar 2.900 kenniswerkers en 1.000 studenten.

Daar waar het succes bij de start van een campus zozeer zit in de visie en neerzetten van het concept, zit de succesfactor voor groei vooral in de cultuur en de mensen. De ruimte die er is voor de betrokkenen om initiatief te tonen en zelf met ideeën te komen. En de mate waarin zij dat initiatief ook tonen. En dat, zoals ik eerder al zei, is eigenlijk precies zoals in een wijk. Samen maak je het uiteindelijk tot een blijvend succes!